Volleybal reglement

 

Volleybal reglement

- Bij niveau 5 (2014) is het toegestaan om de belijning van een badmintonveld te gebruiken. Dat wil zeggen de buitenste zijlijnen en de binnenste achterlijn.

- Bij niveau 6 (2013) is het toegestaan om de belijning van een badmintonveld te gebruiken. Dat wil zeggen de buitenste zijlijnen en de buitenste achterlijn.

 

Lijn en netfouten

Op de niveaus 5 en 6 wordt er wel gefloten voor lijn-, voet- en netfouten. Dit dient wel te gebeuren op de op dat ogenblik geldende regels zoals deze beschreven zijn in de officiële spelregels volleybal uitgegeven door de Nevobo.

Niveau 5 – Streef naar drie keer spelen

Leeftijd: 10 - 11 jaar

Aantal spelers: 4 spelers per team in het veld; min. 1 wisselspeler

Veldafmeting: 6 x 6 meter

Nethoogte: 2 meter

Veldafmeting

Naast het gebruik van de veldafmeting van 6 x 6 meter is het ook toegestaan om de badmintonbelijning te gebruiken. Dat willen zeggen de buitenste zijlijnen en de binnenste achterlijn.

Doel

Na een voorwaartse of achterwaartse set-up proberen de spelers de bal bovenhands, onderarms of met een slag uit stand over het net, bij de tegenstander in het veld, op de grond te spelen. Het streven moet zijn de bal in drie keer te spelen. Hoewel het smashen in de methodiek pas uitgebreid behandeld wordt op niveau 6, wordt een slag of smash niet afgefloten. Het accent moet op niveau 5 sterk liggen op het in drieën spelen van de bal teneinde op niveau 6 te kunnen afronden met een pushbal of smash. Het te vroeg starten met de aanval zou ten koste gaan van een goede opbouw.

Beginbal

Na het fluitsignaal van de scheidsrechter/spelleider moeten de spelers de bal verplicht onderhands van achter de (gehele) achterlijn over het net serveren, waarbij de bal het net mag raken. De speler die op de “mid-achter positie” (ruitopstelling en ankeropstelling) / “rechtsachter positie” (vierkantopstelling) komt, moet serveren.

Spelregels:

1. Er mag geen enkele bal gevangen worden. De spelers spelen elke bal, met kort balcontact, door.

2. Het team mag de bal maximaal drie keer spelen, daarna moet de bal over het net naar de tegenstander gespeeld worden.

3. De opslag wordt verplicht onderhands uitgevoerd.

4. Na drie opslagbeurten achter elkaar door dezelfde speler, moet de ploeg aan opslag een plaats doordraaien en slaat de volgende speler op.

5. Indien een team uit meer dan vier spelers bestaat, moet er verplicht ingedraaid worden.

6. Het indraaien door een wisselspeler geschiedt altijd op de opslagplaats.

7. Smash uit stand, pushbal of smash in sprong is toegestaan.

8. Lijn en netfouten worden afgefloten conform de op dat moment geldende spelregels.

9. Hoewel blokkeren zelden voorkomt, is het wel toegestaan.

Telling

Rallypoint: elke fout levert een punt op voor de tegenstander.

 

 Niveau 6 – Bovenhandse opslag, smash/push

Leeftijd: 11 - 12 jaar

Aantal spelers: 4 spelers per team in het veld; min. 1 wisselspeler

Veldafmeting: 6 x 6 meter

Nethoogte: 2 meter

Veldafmeting

Naast het gebruik van de veldafmeting van 6 x 6 meter is het ook toegestaan om de badmintonbelijning te gebruiken. Dat willen zeggen de buitenste zijlijnen en de buitenste achterlijn.

Doel

De spelers proberen de bal bovenhands, onderarms of door middel van een aanvallende actie (smash uit stand, pushbal of smash in sprong) over het net bij de tegenstander in het veld op de grond te spelen.

Beginbal

Na het fluitsignaal van de scheidsrechter/spelleider moeten de spelers de bal onderhands of bovenhands van achter de (gehele) achterlijn over het net serveren, waarbij het net geraakt mag worden. De speler die op de “mid-achter positie” (ruitopstelling en ankeropstelling) / “rechtsachter positie” (vierkantopstelling) komt, moet serveren.

Spelregels

1. Er mag geen enkele bal gevangen worden. De spelers spelen elke bal, met kort balcontact, door.

2. Het team mag de bal maximaal drie keer spelen, daarna moet de bal over het net naar de tegenstander.

3. De opslag wordt onderhands of bovenhands uitgevoerd.

4. Een sprongservice is toegestaan

5. Na drie opslagbeurten achter elkaar door dezelfde speler, moet de ploeg aan opslag een plaats doordraaien en slaat de volgende speler op.

6. Indien een team uit meer dan vier spelers bestaat, moet er verplicht ingedraaid worden.

7. Het indraaien door een wisselspeler geschiedt altijd op de opslagplaats.

8. Hoewel blokkeren zelden voorkomt is het wel toegestaan.

9. Lijn en netfouten worden afgefloten conform de op dat moment geldende spelregels.

Telling

Rallypoint: elke fout levert een punt op voor de tegenstander. Er kunnen geen bonuspunten voor drie keer spelen verdiend worden.